Als kind heb ik alles van dichtbij meegemaakt
Ik ben 81 jaar oud. In 1941 geboren te Djokjakarta,…
Beste David Van Reybrouck,
Ik heb geboeid naar uw podcast geluisterd en naar uzelf in Utrecht in april. Ik heb daardoor heel veel bijgeleerd. Hierbij de aan u beloofde bijdrage, over de conferentie van Bandung, en over brieven en een dagboek van familie in Indië.
Mijn overgrootvader van vaders kant is in 1869 als zendeling naar de Minahassa op noord Celebes/Sulawesi gegaan. Grootvader werd als vijfjarige naar zijn grootouders in Friesland gestuurd en is in tegenstelling tot veel andere familie nooit teruggegaan naar Indië. Mijn vader kon als leraar biologie in 1953 een baan krijgen aan het Christelijk Lyceum in Bandung, tot begin 1957. Ik zelf ben in die tijd in Bandung geboren. Mijn vrouw is van vaders kant van Zwitsers-Moluks-Nederlands-Javaans-Schotse afkomst.
Ik vond het heel interessant te horen over de invloed van de eerste Conferentie van Niet-gebonden Landen in Bandung in 1955. De voorbeeldfunctie van die conferentie verklaart ook de reactie van de militair in Burkina Faso in 1990 die bij een routinecontrole ‘Bandung’ in mijn paspoort zag staan en tot mijn grote verbazing zei: ‘Bandung, la conférence de 1955!’ Overigens lijkt die conferentie wel een emanciperende werking voor landen gehad te hebben, maar niet voor vrouwen. Mijn vader vertelde destijds dat de deelnemende hoogwaardigheidsbekleders bij aankomst een fotoboek met mooie jonge dames kregen aangeboden waaruit ze gezelschap voor de duur van de conferentie konden kiezen. Ik heb dit verhaal nooit kunnen controleren maar misschien weet een andere bezoeker van deze website daar meer over? (suggesties kunnen gemaild naar info@revolusi.nl)
Een achterneef heeft een paar jaar geleden bijna alle brieven van onze gemeenschappelijk overgrootvader uit de Minahassa naar het Nederlands Zendeling Genootschap overgetypt. Dit resulteerde in meer dan 300 ingebonden bladzijden die lang niet alleen over kerkzaken gaan. Aan de andere kant typte mijn schoonzus het kampdagboek uit dat mijn schoonvader bijhield tijdens zijn twaalf maanden (september 1945 – september 1946) als Indische jongen in een nationalistenkamp in Langanhardjo bij Solo. Hij maakte er ook wat tekeningetjes bij. Misschien heeft iemand een idee over wat verder te doen met brieven en dagboek, als anderen daar überhaupt belangstelling voor hebben? (suggesties kunnen gemaild naar info@revolusi.nl)
Met nogmaals mijn dank,